Die nuchtere houding past bij de visie van wethouder Willems. Hij gelooft niet in het experimenteren met pilots om dan maar te zien wat er ontstaat. “Die keuze hebben we niet gemaakt voor Apeldoorn. Het moet bijdragen aan de kwaliteit van leven, het moet een bijdrage leveren aan de stad en het moet haalbaar en schaalbaar zijn. We gaan niet allemaal dingen installeren om ze later weer af te breken, het moet bij onze vraagstukken passen. Bovendien moeten we niet willen innoveren om de innovatie. De bestuurlijke vraag is leidend”.  Als het om duurzaamheid gaat is Willems al net zo pragmatisch. Hij is stellig over energie besparen: “Eerst energie besparen voordat je nieuwe energie opwekt”. Als bij hem thuis het slaapkamerraam opengaat, schakelt de verwarming direct uit. En als niemand zich in de woning bevindt, schakelt de verwarming automatisch naar beneden en gaat de verlichting uit.

Betere keuzes door metingen
Niet alleen voor thuisgebruik, maar ook voor de openbare ruimte is Willems een groot voorstander van objectief meten. “Ik krijg van collega’s weleens de opmerking dat je ook geconfronteerd kan worden met al die metingen. Maar ik loop als bestuurder niet weg voor mijn verantwoordelijkheden. Als ik over de informatie uit de meetresultaten beschik, dan kan ik er wat mee doen”. De geluidssensoren die de gemeente onlangs geplaatst heeft, zijn hier een goed voorbeeld van. In de raad werd voorgesteld om een tunnel te maken aan de laan van Spitsbergen in Apeldoorn Zuid die de doorstroming op de ring zou moeten verbeteren. Om inzicht te krijgen zijn er een aantal geluidssensoren opgehangen. Het blijkt dat de knelpunten ’s ochtends en ’s avonds het hoogste geluidsniveau hebben en dat de knelpunten zich – tegen de verwachting in – in Apeldoorn Noord bevinden en niet in Zuid. Dankzij de metingen en de data worden er dus andere, betere keuzes gemaakt.

Als ze meten pakken ze het sowieso grondig aan in Apeldoorn. Zo is een groot deel van de parkeerplaatsen voorzien van een sensor. Maar liefst 540 sensoren zijn er geïnstalleerd. Deze sensoren hebben meerdere voordelen. Het is natuurlijk handig om te weten waar er nog plekken vrij zijn, in de blauwe zones weet je wie er meer dan twee uur staat, wat het weer makkelijk voor handhaving maakt. Maar de voordelen zijn niet alleen financieel gedreven, het gaat ook om duurzaamheidsambities. Doordat men makkelijker een parkeerplaats kan vinden is er minder zoekverkeer en dus minder uitstoot van uitlaatgassen. De luchtkwaliteit meet Apeldoorn natuurlijk ook, Willems stelt geen milieuzone in als er geen objectieve metingen zijn verricht. “We hebben hier misschien wel de meeste uitstoot vanuit Rotterdam, wat met de zuidwestenwind deze kant op komt waaien. Wij meten op dit moment op 5 plekken in de binnenstad, ik wil eerst weten wat het probleem is. Hebben we een milieuzone nodig of niet? Nu gaan we de luchtkwaliteit sensoren koppelen aan ons verkeersregulatiesysteem. Misschien moeten we verkeer op sommige punten en op sommige dagen gaan omleiden om te zorgen dat we binnen alle normen blijven”.

Burgerinitiatief
Toch worden niet alle slimme ontwikkelingen in Apeldoorn door de gemeente geïnitieerd. Ook voor Willems was het een verrassing dat Apeldoorn over het best dekkende LoRa netwerk van Nederland beschikt. Willems vertelt: “Dit was een burgerinitiatief, aangelegd door zendamateurs. Op Europees niveau staat het netwerk op de derde plaats. Alleen Bern en Zurich hebben een beter dekkend netwerk. De oprichting van het LoRa netwerk is burgerparticipatie in optima forma. We hebben er als overheid niets aan hoeven doen, alleen de ruimte te geven aan initiatieven. Er wordt nu goed gebruik van gemaakt. Zo hebben vier ondernemers de krachten gebundeld om een sensor voor zeecontainers te ontwikkelen. Die containers worden nog wel eens gestolen of ze zijn kwijt. Deze sensor maakt bij beweging gelijk connectie met het LoRa netwerk en registreert waar hij heen gaat. Dus dan weet je het direct als er een container wordt verplaatst die niet verplaatst had mogen worden. En dan zie je hoe een burgerinitiatief en ondernemers elkaar weten te vinden. Een van de jongens van het burgerinitiatief is een bedrijf begonnen in sensoren, dus die bouwt nu de sensoren. Waarmee ik maar wil zeggen dat het ook goed is voor het lokale ondernemerschap”.

Burgerparticipatie neemt in Apeldoorn een belangrijke plaats in bij de ontwikkeling naar de slimme stad. Willems benadert een 5G werkgroep actief om te horen waar de zorgen liggen en uit te vinden wat hij voor de werkgroep kan betekenen. Ook in de Raad was het 5G netwerk een punt van discussie volgens Willems.  “Het belangrijkste sentiment was daar “hebben we er wel controle over?”.  We zijn een meetup gestart met 3 sprekers, een oud professor uit Wageningen die alles kon vertellen over straling en hoe gevaarlijk het was en Future City Foundation en Tada City `hebben ook een verhaal gehouden. Dus 3 verschillende perspectieven naast elkaar. Want we gaan het gelijk niet vinden met elkaar. Dat moeten we ook maar accepteren. Maar naar elkaar luisteren, respect hebben voor elkaars mening en kijken waar je rekening mee kan houden, dat is van belang. We hebben hetzelfde gedaan met ondernemers door een hackathon te organiseren. Wat kan je nu met 5G, wat zijn de ontwikkelingen? Dit levert mooie gesprekken en informatie op, maar zo weet ik ook wat er leeft in de samenleving”.

De organisatie en de wereld veranderen
Binnen de eigen organisatie heeft Willems het thema smart city in ieder geval goed op de agenda gezet. Onlangs nog is de ethische kant van de smart city besproken in de Raadsvergadering. Wat is Smart City? Wat doet het? Als je op basis van data weet dat er achter de voordeur iemand eenzaam is, mag je dan aanbellen als overheid? Smart city is een terugkerend agendapunt geworden. In september neemt Willems de raadsleden mee op pad, om ze de ontwikkelingen te laten zien. Op het programma staan onder andere de sensoren in de Marktstraat die de hittestress in beeld brengen en een bezoek aan een MBO-opleiding, waar de studenten van de zorgrichting en de it-richting zich gezamenlijk over smart city vraagstukken buigen. “Daar worden werelden bij elkaar gebracht die elkaar kunnen versterken, dat vind ik zo mooi. Ik wil de raadsleden laten zien dat het onderwijsveld ook bezig is om smart city te integreren”.

Hoe heeft een actief smart city beleid de gemeente nu veranderd? Dan denkt Willems aan het moment dat hem bij een zeepkistsessie in oktober 2018 gevraagd werd te vertellen over de mogelijkheden van smart city. “Sindsdien is er veel veranderd. We houden hier smart city café’s waar zich steeds meer mensen bij aansluiten. In het kader van het Innovatiebudget van BZK hebben we mensen in het pand gevraagd na te denken over innovatie. Nu zie ik in een keer allemaal mensen die buiten hun vakgebied bezig zijn met innovatie, waardoor mooie dingen ontstaan. Die drive heeft mij het meest verrast. Daar waar we vroeger als overheden alleen maar binnen stramienen bewogen is er nu ruimte om over innovatie na te denken. Smart city is natuurlijk geen losstaand thema. Een jaar of 10 geleden was duurzaamheid ook een belangrijk thema. Maar dat gaat net als smart city over alle portefeuilles heen. Duurzaamheidsdoelen worden natuurlijk ook gediend met Smart City oplossingen. Daar begint het toch. Je kunt wel allemaal zonnepanelen op je dak leggen, maar begin eerst maar eens met je duurzaamheid door te isoleren. We geven subsidie op zonnepanelen terwijl er huizen zijn die nog geen dubbel glas hebben. Laten we eerst energie besparen voordat we die subsidies geven. Die mindset, ik geloof echt dat je daarmee de wereld kunt veranderen”.