“In 2016, net na de bouwcrisis wilden we weer aan de slag om te gaan bouwen”, vertelt wethouder Erik van Beurden. “De droom die ik toen had was een wijk waarin we sowieso het unieke van Leusden benadrukken. Een demografische afspiegeling, ook voor jonge gezinnen en mensen met een smalle beurs, waar plek is voor informele zorg en waar je je buren kent en kunt ontmoeten. Geen rijtjeswoningen  vanuit een stedenbouwkundige plattegrond, maar een woongemeenschap. Als mensen zich om elkaar bekommeren is dat goed voor het algemene welbevinden en dat wilden we graag terugzien in de wijk. Natuur is daarbij ook belangrijk en ook op het gebied van energie willen we boven de wettelijke eisen uitstijgen, zodat mensen over 40 jaar met trots kunnen zeggen dat ze in Maanwijk wonen”.

Deze visie sloot haarfijn aan bij de visie van Heijmans, die in Leusden-Zuid een plek zag om innovatieve woningbouw te realiseren. Als ‘makers van de gezonde leefomgeving’ was de ontwikkelaar op zoek naar een project waarin alle mogelijke aspecten die Heijmans te bieden heeft naar voren komen. Te denken valt aan energieneutraliteit,  maar ook technische innovaties zoals het delen van mobiliteit, een buurtapp die sociaal contact en meedoen stimuleert, slimme apparatuur in de woningen, sensoren om de luchtkwaliteit en de luchtvochtigheid te meten en een buurtschuur waarin pakketjes worden gebracht. Dingen die een wijk beter maken.

Kennis en informatie ophalen
De visie hebben is een goede start, maar als een dergelijk ambitieus plan ook uitgevoerd moet worden zijn er toch heel veel keuzes te maken. Hoe kom je aan alle benodigde informatie en kennis om dit op een gedegen manier te kunnen doen? Joost Ruiterkamp, ontwikkelaar bij Heijmans: “Bij ons is veel kennis op verschillende gebieden aanwezig, wij werken met het hele bedrijf aan dit project. De initiatie komt van Heijmans Vastgoed, we bouwen het met Heijmans bouw, maar ook met Heijmans Infrastructuur die het hele gebied aanlegt. Al die kennis vanuit de verschillende divisies brengen we in Maanwijk bij elkaar”.

“Vanuit de gemeente is een pakket met voorwaarden, op basis waarvan de ontwikkeling mag plaatsvinden, geformuleerd”,  vult Van Beurden aan. ”Daarnaast hebben we van te voren een aantal dingen samen gedaan om informatie op te halen hoe de omgeving tegen deze wijk aankijkt en welke behoeften er vanuit de samenleving zijn voor deze nieuwe woonomgeving. Dat heeft Heijmans heel goed opgepakt door bijvoorbeeld de senioren met een verhuisbehoefte in de naastgelegen wijk te vragen hoe zij zouden willen wonen, zodat ze konden aangeven wat ze belangrijk vinden bij een nieuwe woning. Het is als senior natuurlijk belangrijk dat je niet het dorp uit hoeft, maar iets verderop kunt gaan wonen en zo in je sociale netwerk kunt blijven. Het lokale natuurcentrum De Groene Belevenis heeft onder andere  meegedacht hoe je op een goede manier de verbinding tussen de bewoners en de natuur tot stand kunt brengen. Daarnaast hebben we ook een hele actieve wijkvereniging er omheen met een sociaal buurtcentrum. Daar hebben we al vroeg contact mee gezocht om te kijken hoe je de sociale infrastructuur in stand kunt houden en kunt koppelen aan zo’n nieuwe wijk.  Dit resulteert eronder andere in dat het stedenbouwkundig plan van de wijk zo is opgezet dat er een plek ontstaat waarin je elkaar zo goed mogelijk kunt ontmoeten.

Focus op 4 thema’s
De toekomstige bewoners van Maanwijk hebben sowieso nog invloed op de invulling van hun eigen omgeving. Zo zijn er twee gemeenschappelijke tuinen en een buurtschuur die ze delen met elkaar. Heijmans stelt een budget beschikbaar en gaat met hen in gesprek om het te hebben over de inrichting van die tuinen.  “Het hoofdthema van de wijk is “Maanwijk maakt verbinding”,  vertelt Ruiterkamp. “Wij hopen dat onze doelgroep daar op aansluit, dat het mensen zijn die graag in verbinding staan met elkaar, met de natuur en met technologie. En niet alleen nu, maar ook in de toekomst. Dat zijn de vier aspecten waar we op focussen. We monitoren de resultaten over een langere periode en zijn in gesprek met bijvoorbeeld het RIVM, het Longfonds, en de Universiteit van Utrecht om meetbaar te maken hoe duurzaam gezond deze wijk wordt. Daarvoor moeten we ook een soort nulmeting doen. Dat doen we door tijdens de bouw al de luchtkwaliteit meten, maar ook de biodiversiteit. Op die manier maak je het meetbaar en kun je ook bijsturen. Daarom willen we toch in beeld blijven als projectontwikkelaar en verbinden we ons voor een langere periode aan Maanwijk”.

Naar verwachting start de bouw van de woningen in de zomer van 2021. De eerste woningen zijn nu in de verkoop. Als de eerste bewoners de sleutel krijgen in 2022 gaat de wijk hopelijk leven, zoals de projectpartners van tevoren bedacht hebben. Stedenbouwkundig is er alles aan gedaan om het sociale aspect te vergroten, maar het zijn de bewoners die samen de wijk maken en in de toekomst zal moeten blijken of die sociale verbinding ook echt tot stand is gebracht.

Uitdagingen
Het sociale aspect is niet de enige uitdaging bij dit project, het is ook spannend hoe de groene component en de biodiversiteit zich gaat ontwikkelen, natuur moet zich vooral zelf gaan vormen. De projectpartners scheppen ook hier weer de randvoorwaarden met een ecologische verbindingszone, een parkstructuur en de gezamenlijke tuinen, maar de bloemen en de beestjes moeten zelf hun plek vinden in deze wijk. Een andere uitdaging is het technologische aspect. Elke koopwoning is voorzien van een ‘Gezond wonen pakket’, een pakket met domotica;  sensoren die de luchtkwaliteit in de woning meten, CO2, luchtvochtigheid en temperatuur, een energiemonitor en een app om lampen te bedienen. Het computersysteem is in elke meterkast geplaatst en uitbreidbaar, zodat hier in de toekomst nog meer zaken op aangesloten kunnen worden. De nieuwste ontwikkelingen worden hier toegepast, zoals een geïntegreerd zonnedaksysteem waarbij kleine zonnepanelen  de functie hebben van een dakpan. Daarnaast is er nog het hoogteverschil in de wijk, om alles oppervlakkig af te wateren. Al het regenwater blijft in de wijk wordt dus niet met buizen in de grond weggewerkt, maar stroomt (vertraagd) af naar het oppervlaktewater in de wijk. Daarvoor is hoogteverschil aangebracht. Dat heeft een mooie uitwerking op de kwaliteit van het wonen in de wijk, waarbij de achtertuin hoger ligt dan het openbaar gebied. Dat is ook goed voor de privacy, maar bouwtechnisch toch gecompliceerder dan een vlakke wijk. Kortom, flink wat uitdagingen op de korte termijn.

Wethouder Van Beurden hoopt dat de wijk ook op de lange termijn interessant blijft. “Ik kom soms ook andere voorbeelden tegen. Niet heel ver van deze wijk af hebben we de natuur los ontworpen van de wijk. Er moest een ecologische verbindingszone komen. Je ziet dat als de bewoners er niet bij betrokken worden, dat ze dan na een jaar zeggen;  leuk, die bloemen en die bijen, maar kunnen die struiken voor mijn deur weg? Ik hoop echt dat bewoners,  doordat we dit nu heel uitvoerig  met elkaar hebben gedaan,  het gevoel hebben dat het echt hún wijk is. Ik vind het wel spannend en hoop dat deze woonwijk generaties gaat overleven en over een halve eeuw nog steeds heel erg in trek is”.

Lessons learned
Terugkijkend op het proces tot nu toe zou Van Beurden andere gemeenten die een soortgelijke  woonwijk willen inrichten twee dingen adviseren. “Bedenk breder dan alleen je woonprogramma welke woonkwaliteit je wilt gaan toevoegen. Dat is echt veel meer dan die stedenbouwkundige plattegrond, het is  de optelsom waarin je jezelf langjarig wilt onderscheiden. Daarnaast is het belangrijk dat je de juiste partner vindt. We hebben natuurlijk een goed stuurgroepmodel gemaakt met elkaar zodat we het hele project goed konden managen, er zit een goede projectgroep onder en hebben de hele besluitvormingslijnen goed ingericht. Zo zijn we heel vaak en in een vroeg stadium met onze gemeenteraad in gesprek gegaan om draagvlak te vinden. De inhoudelijke discussie werd al vroeg gevoerd, niet tijdens de ruimtelijke procedure maar al aan de voorkant, en daarin hebben we elkaar steeds scherp gehouden. Zijn bepaalde aspecten wel technisch en financieel uitvoerbaar? We hebben een kritische gemeenteraad en het heeft even geduurd voordat de raad het een goed plan vond. Daarom hebben we veel meer en vaker met de raad gepraat dan gebruikelijk is. Het voorlopige ontwerp is ook door de raad vastgesteld, niet door het college. Ze waren wel kritisch, maar dat moet je ook willen als je iets moois wilt maken. Dat moet je niet uit de weg gaan. Ook daar hebben we elkaar gevonden, Heijmans was ook steeds in de raadszaal aanwezig”.

Gedeelde ambitie
De gedeelde ambitie van de projectpartners, en een goed proces om het uit te voeren en steeds bij te sturen in de praktijk zijn volgens Van Beurden de belangrijkste factoren voor het succes van dit project. ”Terugkijkend heb ik dingen zien gebeuren die ver over ons kader heen zijn gestegen. Als je dit inzet en elkaar scherp houdt, zie je dat je een multiplier organiseert waarbij het resultaat nóg beter wordt dan je van tevoren bedacht had”.

 

 

 

Beeld| Gemeente Leusden, Woningstichting Leusden